Inclusiecriteria
Wanneer patiënten wel laten deelnemen?
Basiscriteria deelnemen aan zorgprogramma
Je kunt patiënten laten deelnemen aan een zorgprogramma als deze twee punten kloppen:
- De patiënt stemt in met het zorgprogramma.
- De huisarts is de hoofdbehandelaar.
Daarnaast zijn er nog extra criteria afhankelijk van of de patiënt astma of COPD heeft:
Extra criteria bij astma
Bij een patiënt met astma gelden – naast de basiscriteria – ook de volgende drie criteria:
- De diagnose astma (ICPC R96) is op juiste wijze gesteld.
- De patiënt is minimaal 16 jaar.
- De patiënt gebruikt inhalatiecorticosteroïden of heeft hiervoor een indicatie volgens de NHG-Standaard en/of de patiënt rookt.
Als je een astmapatiënt includeert, moet je in het HIS of cKIS van Caresharing kiezen tussen 'persisterend astma' en 'intermitterend astma'. Doe dit als volgt:
In beide gevallen wordt de patiënt automatisch onderdeel van het zorgprogramma Astma/COPD.
Extra criterium bij COPD
Bij een patiënt met COPD geldt ook het volgende criterium:
- De diagnose COPD (ICPC R95) is gesteld op basis van anamnese en spirometrie.
Wat doe je bij een dubbeldiagnose?
Patiënten met zowel astma als COPD includeer je in het COPD ketenzorgprogramma.
Wanneer patiënten niet laten deelnemen?
Algemene redenen niet deelnemen aan zorgprogramma
Laat patiënten niet deelnemen aan een zorgprogramma in deze situaties:
- Er is sprake van ernstige comorbiditeit waarbij geprotocolleerde zorg niet mogelijk of wenselijk is.
- Deelname aan een zorgprogramma is volgens de huisarts niet verstandig, bijvoorbeeld vanwege persoonlijke omstandigheden van de patiënt.
Niet deelnemen bij astma onder controle zonder inhalatiecorticosteroïden
Laat een patiënt niet deelnemen aan het zorgprogramma Astma/COPD in deze situatie:
- De patiënt heeft volledige controle over diens astma zonder inhalatiecorticosteroïden (in de laatste 13 maanden).
Patiënten includeren in meerdere ketenzorgprogramma’s
Je kunt patiënten in andere chronische ketenzorgprogramma’s ook includeren in het zorgprogramma Astma/CODP.
Wanneer patiënten laten stoppen?
Laat een patiënt stoppen met het zorgprogramma in deze situaties:
- De patiënt geeft aan geen meerwaarde te ervaren van het zorgprogramma.
- De patiënt verschijnt niet bij afgesproken controles (zie het No show protocol).